Een Fries leen

Van Dale, het groot woordenboek der Nederlandse taal, omschrijft 'leen' als: (in Friesland) recht op inkomsten uit een goed, bepaaldelijk bestemd voor studenten uit een zeker geslacht. Volgens de Encyclopedie van Friesland is een leen een Friese benaming voor studiebeurs. Een leen komt men dus alleen in Friesland tegen. De lenen stammen uit de middeleeuwen en waren in die tijd bedoeld voor de opleiding tot geestelijke (vicarie). Tegenwoordig kunnen studenten voor elke studie een beroep doen op een leen. Wel kan de afstamming nog steeds een rol spelen.

Het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) beschrijft het leen als volgt. De beneficiën, goederen die de geestelijke in vruchtgebruik kreeg en waaruit hij zijn inkomsten trok, werden in Friesland als regel vergeven door de stichters ervan, de ‘gemeente’.  Een uitzondering hierop zijn de vrijlenen of prebenden, beneficiën vrij van zielzorg, alleen bezwaard met het lezen van missen. Vele hiervan waren door private personen ingesteld, die dan ook het collatierecht (recht van begeving) hadden.  De bestemming van deze lenen was dus oorspronkelijk een godsdienstige. Bij ordonnantie van 2 november 1539 werd betreffende de vrijlenen bepaald, dat zij ook mochten beseten ende gehouden worden by personen, mindere van jaeren, ende die egheen priesters en zijn om daarop ter schole gelekt te wordene, mits anderen de plicht van het mislezen zouden vervullen. Vijfentwintig jaar geworden, moesten de begiftigden dan de priesterlicken staet aenvaerden ende in loco resideren oft haer beneficie resigneren. De lenen kregen dus duidelijk het karakter van een studiebeurs. Het HCL stelt dat de 'geestelijke verplichting' die daaraan vastzat, te weinig gecontroleerd werd en daarom vaak niet nagekomen werd. In 1584 werd derhalve in een resolutie vastgelegd dat die lenen waarvan het collatierecht toekwam aan particulieren, werden bestemd ‘ad studia voor studenten van 7 tot 25 jaar’.

In 1584 waren de lenen dus echt 'wereldlijk' geworden. Friesland kent nog slechts twaalf tot vijftien studielenen uit de zestiende eeuw. Het Dr. Douwe Tietemaleen is er een van.