VOORWOORD II

Dit geschrift wordt opgedragen aan de nagedachtenis van Dr. Douwe Tietema; de man die na zijn dood in 1528 bij testament een fonds naliet, uit de inkomsten waarvan sindsdien steeds twee jongelieden uit zijn geslacht een tegemoetkoming hebben ontvangen in de kosten van hun studie. Hij verrichtte daarmede een daad van verstrekkend belang voor velen uit dat geslacht en tevens van algemeen belang in een tijd toen studeren nog vrij zeldzaam was en het aanmoedigen daarvan bevorderen werkte op de ontwikkeling van wetenschap en cultuur.

Er bestaan heden ten dage in Friesland nog vele van dit soort lenen. In onze moderne tijd is hun algemene betekenis niet groot meer, maar als historisch instituut blijven zij interessant, want hoe een klein detail zij van het verleden ook mogen zijn en hoe dor en droog de lijvige dossiers in de archieven, waarin hun gegevens berusten, ook lijken, er staan mensen achter wier doen en laten door alle eeuwen heen ook in kleine dingen de moeite waard zijn om gekend te worden.


terug

verder


terug naar titelpagina